Hoe het begon

Een stukje geschiedenis:

Heel lang geleden, toen de dieren nog konden spr…enfin, niet zo lang geleden…ergens in juni 1994 werd op het radio1-programma “De kleren van de keizer” een studiedag met het thema ruilhandel aangekondigd. Vier mensen met scherpe oren en geïnteresseerde geesten uit Leuven voelen een vonkje overslaan en schrijven in voor deze studiedag. Ze staan daarmee aan de wieg van Lets Leuven. Twee onder hen, Karin en Jo, zijn tot op heden nog steeds lid van deze groep.
Ze legden een datum en plaats in Leuven vast voor een volgende vergadering. Vanuit het enthousiasme van de infodag en het besef dat het best is het ijzer te smeden als het heet is, zouden ze vrienden en kennissen warm maken voor het idee.

Zes nieuwe mensen werden gevonden en op de 23ste juni werd een eerste brainstormbijeenkomst gehouden. Er werd onmiddellijk ingevlogen. En hoe…de verzamelde vraag- en aanbodlijstjes werden gebundeld tot een gidsje, een eenvoudig chequeboekje werd opgesteld en een nog eenvoudigere boekhouding verzonnen. Er was een stemming van “laat ons gewoon beginnen!”. Ook na de bijeenkomst werd nog lang op de stoep nagepraat. Zoveel nieuwe mogelijkheden die zich aandienden…

In september kwamen er nog een aantal nieuwe mensen bij. De vergadering die op 1 september gehouden werd liep echter verloren in oeverloze discussies tussen nieuwelingen (die dus nog niet gehandeld hadden) over prijzen, ruileenheden en allerlei economische principes. Ook omdat niet iedereen even verbaal uit de hoek kon komen, waardoor steeds dezelfde mensen hun mening uitte, werd resoluut gekozen voor andere vormen van samenkomen: informele contactmomenten. Deze stimuleren het met elkaar handelen, want ook in LETS geldt het onbekend/onbemind-gevoel.

Op een novemberavond werd wandeling in Leuven-city georganisserd, waarin wandelen afgewisseld met intruductiespelletjes.

In februari 1995 werd een gezellige “brunchbijeenkomst” georganiseerd. Iedereen bracht eten of drank mee dat we verhandelden met onze cheques. Daarnaast stelde ieder lid een eigen vraag of aanbod visueel voor: doek en borstel symboliseerden kuisaanbod, matchbox-autootjes symboliseerde vervoer enzovoort…
Dit initiatief werkte goed. Omdat tijdens die middag een aantal “gelijkgezinden” lijsten en afspraken maakten ontstond een boeken-lees/ruil/bespreek/adviesgroep en een gezelschapspelletjesgroep.

In de maand april maakten 25 mensen gebruik van het systeem. Deze waren tussen 18 en 60 jaar oud en van diverse lagen van de maatschappij. Er waren studenten, kaderpersoneel, arbeiders, huisvrouwen, alleenstaande moeders, werklozen, creatieve fantasten en plantrekkers. Deze diversiteit maakt het systeem boeiend, maar gaf ook problemen welke moesten opgelost worden.

Sommige nieuwelingen zaten eerst op een andere golflengte. Ze dachten dat ze bij een goedkope klusjesdienst terecht gekomen waren. Vandaar dat nieuwe leden er enkel bij konden komen als ze voorgesteld werden door een bestaand lid. Deze kon dan fungeren als gastheer.
Afstand was soms een probleem. Er werd daarom van nieuwkomers verlangd dat ze in Groot-Leuven woonden. Dit omdat te verre afstanden ruil moeilijk en onaantrekkelijk maakt.
Tevens werd gepeild naar de noodzaak van handelen. Nieuwkomers moesten echt zin hebben om direct te handelen, omdat doeners het systeem doen draaien. Er waren immers een aantal mensen in de groep die principieel wel achter het systeem stonden, er echt in geloofden, het tof vonden, maar die het wel te druk hadden,… Daardoor werden nieuwkomers eerst uitgenodigd op een overleg met enkele anciens, waarop al deze punten werden doorgenomen. Daarbij kwam ook een brainstorm om vraag en aanbod te formuleren. Daarna konden ze met de anderen in de volgende bijeenkomst.
Enkele leden van de groep hadden reeds vriendschappelijke banden. Soms was het moeilijk om alsnog eenheden te vragen voor deze vriendendiensten.

Het concept “cheque” werd in vraag gesteld. Het accentueerde teveel de economische kant van de handeling. Het riep reflexen op die meer met economische wetmatigheden te maken hebben dan met het waarderen van elkaars kunnen of hebben. Sommigen sparen Lets op (voor later?) en andere weigeren nog op aanbiedingen in te gaan omdat ze te diep onder nul zitten.
Het papieren bewijsje blijft echter belangrijk voor een overzicht, maar men wou het met waardering, met attenties, met menselijke gevoelens (waar je met geld geen tegenwaarde kunt tegenover zetten) associëren. Daarop werd een ontwerp gemaakt zodat het als een papieren boeket kon worden gegeven. Daarop de formulering: “Ik … geef aan … dit prachtig boeket van … bloemen uit waardering voor …

In juni werd een volgende bijeenkomst gehouden. Iemand gidste de groep door een natuurgebied. Bij deze bijeenkomst werden enkele nieuwe kandidaten geïntroduceerd.

Al deze bijeenkomsten waren noodzakelijk om het systeem ook effectief te doen draaien. Vaak hebben mensen een zekere schroom om echt iets te vragen of aan te bieden. Persoonlijke (ongedwongen) contactmogelijkheden stimuleren of hernieuwen de zin tot handelen.

Ook de waardering in boeketten werd niet helemaal gewaardeerd. In een zotte nacht op 30 mei 1995 zag de huidige ruileenheid Ik-u het licht.

Vooral de eerste jaren had Lets Leuven een voortrekkersrol voor andere groepen. Zij steunden beginnende groepen en traden in het voetlicht door het geven van interviews voor kranten.